Project Description
Palmbomen planten en worteldoek plaatsen
Palmbomen kunnen geplant worden vanaf het voorjaar. Zorg ervoor dat de palm op een lichtrijke plaats komt te staan. De kuil dient twee maal zo diep en zo breed te zijn als de pot van de palmboom. Meng bodemverbeteraar door de aarde.
Stam
Palmen hebben meestal een schijnstam. De planten ontwikkelen een enkele stengel met één groeipunt. De stengel bestaat uit opeengestapelde bladvoeten en bevat geen bast. Hierdoor kan de plant ook niet in de dikte groeien, zoals echte bomen. Voordat een jonge palm de hoogte in kan groeien moet een bepaalde breedte zijn bereikt. Hierdoor lijkt de groei van een jonge plant langzamer te gaan dan die van een reeds oudere palm.
Blad
De oudere bladeren omsluiten de schijnstam en de jongere bladstelen. Eerst groeien de bladstelen uit en zit het blad tegen de stelen aan, hierna opent het blad zich. Het bladoppervlak is vaak glanzend en bedekt met was, of geplooid. Hierdoor wordt uitdroging voorkomen. De bladsteel is vaak bedekt met stekels of doorns.
Er zijn bladtypen:
- handnervig (waaiervormig, palmaat)
- veernervig (pinnaat)
- dubbelgeveerd (bipinnaat)
- gaafrandig